De gezinshereniger is een begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming

 

[Artikelen 57/34 en 57/34/1 van de wet van 15 december 1980 gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - In werking getreden op 1 september 2024]

Een vreemdeling die als begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming gemachtigd is tot een verblijf in België kan onder bepaalde voorwaarden door bepaalde gezinsleden vervoegd worden (gezin reeds gevormd in het land van herkomst) 

Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen de gezinsleden die zelf tijdelijke bescherming nodig hebben en de gezinsleden die een dergelijke bescherming niet nodig hebben.

Nuttige info : de nieuwe gezinsleden (familieband gecreëerd na de toekenning van een statuut van tijdelijke bescherming aan de vervoegde vreemdeling) van een vreemdeling die een begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming is kunnen hem ook vervoegen, indien de voorwaarden voor een gezinshereniging vervuld zijn.  Zie « Gezinshereniging met een niet-EU/EER-onderdaan die voor een beperkte duur gemachtigd is om in België te verblijven » voor meer info.

Gezinsleden 

[Artikel 57/34, §§ 1 en 2 van de wet van 15 december 1980 gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - In werking getreden op 1 september 2024]

Voor zover ze aan de aan het verblijf gestelde voorwaarden voldoen wordt een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden toegekend aan de volgende gezinsleden van een die een begunstigde is van het statuut van tijdelijke bescherming:

  • zijn echtgenoot;
  • de vreemdeling met wie hij verbonden is door een geregistreerd partnerschap dat gelijkwaardig is aan het huwelijk in België, voor zover de partners een duurzame en stabiele relatie hebben en beiden ouder zijn dan 18 jaar;
  • de vreemdeling met wie hij verbonden is door een wettelijk geregistreerd partnerschap, mits de partners cumulatief voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

o een duurzame en stabiele relatie onderhouden. Het duurzame en stabiele karakter van de relatie wordt aangetoond indien de partners bewijzen (a) gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, op legale wijze en ononderbroken te hebben samengewoond, of (b) indien de partners bewijzen dat ze elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, kennen en het bewijs leveren dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden, en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag driemaal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen, of   (c) indien de partners een gemeenschappelijk kind hebben.
o komen samenleven ;
o beiden ouder zijn 18 jaar ;
o niet getrouwd zijn en geen duurzame en stabiele relatie met een andere persoon hebben ;
o niet onder een van de gevallen van huwelijksbeletsel vallen (artikelen 161 tot 163 van het oud Burgerlijk Wetboek);
o ten aanzien van geen van beide is een definitieve beslissing genomen waarbij de voltrekking van het huwelijk is
geweigerd.

  • zijn minderjarige kinderen en die van zijn echtgenoot of partner, voor zover zij cumulatief voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

o niet getrouwd zijn ;
o voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar bij de vervoegde vreemdeling komen wonen ;
o de vervoegde vreemdeling, zijn echtgenoot of partner moet het ouderlijk gezag uitoefenen, inclusief het recht van bewaring. Als het ouderlijk gezag wordt gedeeld, moet de andere houder van het ouderlijk gezag instemmen met de gezinshereniging.

  • zijn rechtstreekse bloedverwanten in opgaande lijn in de eerste graad (vader en moeder), voor zover de vervoegde vreemdeling minderjarig en ongehuwd is en zijn rechtstreekse bloedverwanten in opgaande lijn in de eerste graad cumulatief voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

o het ouderlijk gezag uitoefenen, inclusief het recht van bewaring ;
o bij de vervoegde vreemdeling komen wonen vooraleer hij de leeftijd van 18 jaar bereikt.

Om gebruik te kunnen maken van gezinshereniging moeten de gezinsleden cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen: 

  • ten tijde van de gebeurtenissen die tot een massale toestroom van ontheemden hebben geleid was het gezin reeds gevormd in het land van herkomst;
  • de scheiding van het gezin is het gevolg van de gebeurtenissen die tot een massale toestroom van ontheemden hebben geleid;
  • ze voldoen persoonlijk aan de voorwaarden voor de toekenning van het statuut van tijdelijke bescherming;
  • ze bevinden zich buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie.
Andere naaste gezinsleden

[Artikel 57/34, § 3, van de wet van 15 december 1980 gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - In werking getreden op 1 september 2024]

Voor zover ze aan de aan het verblijf gestelde voorwaarden voldoen kan een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden worden toegekend aan de volgende andere naaste gezinsleden van een vreemdeling die een begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming is, indien ze ten tijde van de gebeurtenissen die tot een massale toestroom van ontheemden geleid hebben met deze vreemdeling samenwoonden en volledig of hoofdzakelijk te zijnen laste waren.

Verzoek tot gezinshereniging

Het gezinslid moet zich noodzakelijk buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie bevinden.  Bijgevolg moet hij zijn verzoek tot gezinshereniging richten tot de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor zijn verblijfplaats in het buitenland.

Indien het gezinslid aan de voorwaarden voor de gezinshereniging voldoet, geeft de Dienst Vreemdelingenzaken een  af.

Documenten die samen met de aanvraag voor een visum_D « Gezinshereniging » moeten worden voorgelegd

Het gezinslid moet de volgende zaken voorleggen:

  • de documenten die aantonen dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet;
  • een medisch attest waaruit blijkt dat hij niet lijdt aan één van de in de bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten;
  • een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig
    document, indien hij ouder is dan 18 jaar.

De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om zijn bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt vast te stellen.

Bijzondere bepaling: als de aanvrager de bloed- of aanverwantschapsband niet kan aantonen door middel van officiële documenten, kan de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band werden voorgelegd. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot onderhouden en onderzoeken, of een aanvullende analyse (bijvoorbeeld een DNA-test) voorstellen. [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

In België

Het gezinslid moet zijn paspoort en het visum_D binnen de acht dagen na zijn aankomst tonen aan het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats in België.  

Het gemeentebestuur geeft een af en geeft het bevel om een woonstcontrole uit te voeren.  Indien deze controle positief is, schrijft het gemeentebestuur het gezinslid in het vreemdelingenregister in en geeft een af die geldig is voor de duur van de tijdelijke bescherming (momenteel 04/03/2025).

 

[Artikel 57/34/1 van de wet van 15 december 1980 gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - In werking getreden op 1 september 2024]

Gezinsleden 

Voor zover ze aan de aan het verblijf gestelde voorwaarden voldoen kan een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden worden toegekend aan de volgende gezinsleden van een die een begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming is en die niet afdoende kunnen bewijzen dat zij zelf tijdelijke bescherming behoeven:

  • zijn echtgenoot;
  • de vreemdeling met wie hij verbonden is door een geregistreerd partnerschap dat gelijkwaardig is aan het huwelijk in België, voor zover de partners een duurzame en stabiele relatie hebben en beiden ouder zijn dan 18 jaar;
  • de vreemdeling met wie hij verbonden is door een wettelijk geregistreerd partnerschap, mits de partners cumulatief voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

o een duurzame en stabiele relatie onderhouden. Het duurzame en stabiele karakter van de relatie wordt aangetoond indien de partners bewijzen (a) gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, op legale wijze en ononderbroken te hebben samengewoond, of (b) indien de partners bewijzen dat ze elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, kennen en het bewijs leveren dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden, en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag driemaal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen, of   (c) indien de partners een gemeenschappelijk kind hebben.
o komen samenleven ;
o beiden ouder zijn 18 jaar ;
o niet getrouwd zijn en geen duurzame en stabiele relatie met een andere persoon hebben ;
o niet onder een van de gevallen van huwelijksbeletsel vallen (artikelen 161 tot 163 van het oud Burgerlijk Wetboek);
o ten aanzien van geen van beide is een definitieve beslissing genomen waarbij de voltrekking van het huwelijk is
geweigerd.

  • zijn minderjarige kinderen en die van zijn echtgenoot of partner, voor zover zij cumulatief voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

o niet getrouwd zijn ;
o voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar bij de vervoegde vreemdeling komen wonen ;
o de vervoegde vreemdeling, zijn echtgenoot of partner moet het ouderlijk gezag uitoefenen, inclusief het recht van bewaring. Als het ouderlijk gezag wordt gedeeld, moet de andere houder van het ouderlijk gezag instemmen met de gezinshereniging.

  • zijn rechtstreekse bloedverwanten in opgaande lijn in de eerste graad (vader en moeder), voor zover de vervoegde vreemdeling minderjarig en ongehuwd is en zijn rechtstreekse bloedverwanten in opgaande lijn in de eerste graad cumulatief voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:

o het ouderlijk gezag uitoefenen, inclusief het recht van bewaring ;
o bij de vervoegde vreemdeling komen wonen vooraleer hij de leeftijd van 18 jaar bereikt.

Om gebruik te kunnen maken van gezinshereniging moeten de gezinsleden cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen: 

  • ten tijde van de gebeurtenissen die tot een massale toestroom van ontheemden hebben geleid was het gezin reeds gevormd in het land van herkomst;
  • de scheiding van het gezin is het gevolg van de gebeurtenissen die tot een massale toestroom van ontheemden hebben geleid;
  • de vervoegde vreemdeling moet over stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen beschikken om in zijn behoeften en die van zijn gezinsleden te voorzien, zodat hij niet ten laste komt van de overheid (120% van het leefloon).

Deze voorwaarde is niet van toepassing:

  • op de rechtstreekse bloedverwanten in de eerste graad van een minderjarige begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming;
  • indien de begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming enkel vervoegd wordt door zijn minderjarige kinderen of die van zijn echtgenoot of partner;
  • indien het verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de beslissing tot toekenning van de tijdelijke bescherming aan de vervoegde vreemdeling.
  • de vervoegde vreemdeling moet over voldoende huisvesting beschikken om het gezinslid of de gezinsleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te kunnen ontvangen.

Deze voorwaarde is niet van toepassing:

  • op de rechtstreekse bloedverwanten in de eerste graad van een minderjarige begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming;
  • indien het verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de beslissing tot toekenning van de tijdelijke bescherming aan de vervoegde vreemdeling.
  • de vervoegde vreemdeling moet over een ziektekostenverzekering beschikken die de risico's in België voor hem en zijn gezinsleden dekt;

Deze voorwaarde is niet van toepassing:

  • op de rechtstreekse bloedverwanten in de eerste graad van een minderjarige begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming;
  • indien het verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar na de beslissing tot toekenning van de tijdelijke bescherming aan de vervoegde vreemdeling.
  • het gezinslid mag niet lijden aan één van de in de bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten.
Andere naaste gezinsleden

Voor zover ze aan de aan het verblijf gestelde voorwaarden voldoen kan een machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden worden toegekend aan de volgende andere naaste gezinsleden van een vreemdeling die een begunstigde van het statuut van tijdelijke bescherming is, indien ze ten tijde van de gebeurtenissen die tot een massale toestroom van ontheemden geleid hebben met deze vreemdeling samenwoonden en volledig of hoofdzakelijk te zijnen laste waren.

Verzoek tot gezinshereniging

Het gezinslid moet zich niet noodzakelijk buiten het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie bevinden.  Bijgevolg kan hij zijn verzoek tot gezinshereniging indienen bij de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor zijn verblijfplaats in het buitenland of bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats in België.

Indien het gezinslid aan de voorwaarden voor de gezinshereniging voldoet, geeft de Dienst Vreemdelingenzaken een  af.

Documenten die samen met de aanvraag voor een visum_D « Gezinshereniging » moeten worden voorgelegd

Het gezinslid moet de volgende zaken voorleggen:

  • de documenten die aantonen dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet;
  • een medisch attest waaruit blijkt dat hij niet lijdt aan één van de in de bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten;
  • een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig
    document, indien hij ouder is dan 18 jaar.

De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om zijn bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt vast te stellen.

In België
  • Aankomst met een visum_D

Het gezinslid dat een visum_D bekomen heeft, moet zich binnen de acht dagen na zijn aankomst aanbieden bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats in België. 

Op vertoon van zijn paspoort en het visum_D geeft het gemeentebestuur een af en geeft het bevel om een woonstcontrole uit te voeren.  Indien deze controle positief is, schrijft het gemeentebestuur het gezinslid in het vreemdelingenregister in en geeft een af die geldig is voor de duur van de tijdelijke bescherming (momenteel 04/03/2025).

  • Verzoek dat in België wordt ingediend

De wet van 10 maart 2024 bevat geen bepalingen over de indiening van een verzoek tot gezinshereniging in België.  In afwachting van een koninklijk besluit heeft de Dienst Vreemdelingenzaken een praktische procedure voorgesteld aan de gemeentebesturen.