Verschillende documenten moeten voorgelegd worden bij de aanvraag voor een voor stagiair. Een van deze documenten is het bewijs dat de stagiair over voldoende bestaansmiddelen zal beschikken.
Het bedrag waarover de stagiair minstens moet beschikken, is vastgelegd in artikel 14, § 1, 2°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en zoals geïndexeerd op 1 februari 2025, volgens artikel 15 van voormelde wet, d.w.z. 1.314,20 euro netto per maand.
De werkgever of gastentiteit kan zich garant stellen voor de stagiair door een in te vullen, te ondertekenen en bij te voegen bij de aanvraag. Deze garantstelling heeft tot gevolg dat de werkgever zich ertoe verbindt om, hoofdelijk naast de stagiair, de eventuele verblijfskosten, kosten met betrekking tot levensonderhoud en accommodatie die werden gedragen door de Belgische Staat of het voor deze stagiair, terug te betalen.
De garantstelling kan echter nooit het enige bewijs zijn om de voldoende bestaansmiddelen van de stagiair aan te tonen. De stagiair zal andere bewijsstukken moeten aanbrengen om de voldoende bestaansmiddelen aan te tonen, naast de eventuele garantstelling. De bijlage 32bis maakt slechts een geldig, bijkomstig bewijsmiddel ten aanzien van de voorwaarde van de voldoende bestaansmiddelen uit, indien deze aanvaard wordt door de Dienst Vreemdelingenzaken.
De garantstelling middels de bijlage 32bis dient te worden aangevuld door 2 bewijsstukken:
(1) Bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid:
Dit is het bewijs dat de persoon die de bijlage 32bis (de garantstelling) ondertekent, de werkgever als rechtspersoon daadwerkelijk kan verbinden tot deze garantstelling. De werkgever of gastentiteit stelt zich immers garant als rechtspersoon en niet als natuurlijke persoon.
Indien de externe vertegenwoordigingsbevoegdheid van de ondertekenende bestuurder beperkt is en er handtekeningen van meerdere bestuurders vereist zijn, wordt per bestuurder een bijlage 32bis ingevuld en ondertekend.*
(2) Bewijs voldoende financiële middelen:
De rechtspersoon moet aantonen dat deze voldoende financiële middelen ter beschikking heeft om zich garant te kunnen stellen voor de stagiair.
De werkgever of gastentiteit dient minstens het bedrag van 120% van het leefloon, zoals geïndexeerd op 1 februari 2025 overeenkomstig artikel 14, § 1, 3° van de wet van 26 mei 2002, ter beschikking te hebben, d.w.z. 2.131,28 euro netto per maand.
Dit bedrag kan aangetoond worden met uittreksels waaruit blijkt dat de rechtspersoon het nodige kapitaal kan aanwenden wanneer de kosten gedekt door de garantstelling, vergoed of betaald dienen te worden.
Aandacht: Dit bedrag dient bewezen te worden per stagiair waarvoor de rechtspersoon de garantstelling aangaat. Het aantal stagiairs waarvoor een garantstelling wordt aangegaan mag dus niet disproportioneel zijn t.a.v. de beschikbare middelen.
*De bijkomende documenten hier in (1) en (2) vermeld, hoeven slechts eenmaal toegevoegd te worden aan de bijlage 32bis en niet per ingevulde bijlage 32bis, aangezien het dezelfde onderneming en dezelfde stagiair betreft.
De garantstelling van de werkgever of gastentiteit heeft tot gevolg dat de verbonden rechtspersoon hoofdelijk aansprakelijk met de stagiair wordt, voor wat betreft het betalen van de verblijfskosten, kosten met betrekking tot levensonderhoud en accommodatie.