Verblijfsaanvraag

 

De aanvraag voor gezinshereniging moet worden ingediend bij het gemeentebestuur van de plaats waar het gezinslid in België woont.

De procedure, de door het gemeentebestuur afgegeven documenten, de behandelingstermijn en de verblijfstitel die na een positieve beslissing wordt afgegeven, zijn afhankelijk van het type gezinshereniging. De verschillende gevallen worden hieronder nader toegelicht.

Familieleden die hun aanvraag tot gezinshereniging niet in België mogen indienen, moeten deze aanvraag verplicht in het buitenland indienen. [zie Visumaanvraag]

De bijlagen die vermeld worden op deze pagina's zijn de bijlagen van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

OPGELET !

Vanaf 01/09/2025 zal een EU-burger die meer dan drie maanden in België wenst te verblijven samen met zijn aanvraag voor een verklaring van inschrijving (bijlage 19) een volledig dossier moeten voorleggen.  Indien hij dat niet doet zal zijn aanvraag niet in overweging worden genomen (bijlage 19quinquies). 

Met andere woorden: de EU-burger zal vanaf zijn aanvraag voor een verklaring van inschrijving niet meer over een termijn van drie maanden beschikken om de documenten die de status waaronder hij meer dan drie maanden in België wenst te verblijven aantonen voor te leggen.

Er worden echter overgangsbepalingen voorzien voor de aanvragen voor een verklaring van inschrijving (bijlage 19) die vóór 01/09/2025 worden ingediend en waarvoor op deze datum nog geen beslissing is genomen. 

 

Nieuwe bepalingen vanaf 01/09/2025

Een EU-burger die meer dan drie maanden in België wenst te verblijven als familielid van een Belg, moet een aanvraag voor een verklaring van inschrijving (bijlage 19) indienen bij het gemeentebestuur van zijn verblijfplaats, en dit ten laatste na het verstrijken van de periode van drie maanden na de datum van aankomst in België.  

Nuttige info : de Dienst Vreemdelingenzaken kan een administratieve geldboete van 200 euro opleggen aan de EU-burger die geen verklaring van inschrijving aanvraagt voor het verstrijken van de periode van drie maanden.

Het gemeentebestuur aanvaardt dat de EU-burger deze verklaring van inschrijving aanvraagt indien de EU-burger, op het moment van de aanvraag, zijn hoedanigheid van EU-burger aantoont en alle documenten voorlegt waaruit blijkt dat hij familielid is van een Belg.

Als de aanvrager niet kan aantonen dat hij een EU-burger is, neemt het gemeentebestuur zijn aanvraag voor een verklaring van inschrijving niet in overweging en betekent een bijlage 19quinquies.

Indien de aanvrager bewijst dat hij een EU-burger is, maar niet alle documenten waaruit blijkt dat hij familielid is van een Belg voorlegt, neemt het gemeentebestuur zijn aanvraag voor een verklaring van inschrijving niet in overweging en betekent een bijlage 19quinquies. Het gemeentebestuur vermeldt op de bijlage 19quinquies de documenten die niet werden voorgelegd.

Indien de aanvrager bewijst dat hij een EU-burger is en alle documenten waaruit blijkt dat hij familielid is van een Belg voorlegt, betekent het gemeentebestuur een bijlage 19 en schrijft de EU-burger in het wachtregister in.

Als de aanvrager niet op het grondgebied van de gemeente woont, schrapt het gemeentebestuur hem uit het wachtregister (geen recht op inschrijving). Als de aanvrager op het grondgebied van de gemeente woont, schrijft het gemeentebestuur hem in het vreemdelingenregister in.

Het gemeentebestuur stuurt het dossier naar de Dienst Vreemdelingenzaken. 

Bepalingen die vóór 01/09/2025 van toepassing zijn

Er worden echter overgangsbepalingen voorzien voor de aanvragen voor een verklaring van inschrijving (bijlage 19) die vóór 01/09/2025 worden ingediend en waarvoor op deze datum nog geen beslissing is genomen. 

Het verzoek tot gezinshereniging mag in België worden ingediend.

De procedure verloopt  als volgt:

De EU-burger, die familielid is van een Belg, moet zijn verzoek tot gezinshereniging indienen bij het gemeentebestuur van de plaats waar hij woont. Het gemeentebestuur overhandigt hem een bijlage 19, na voorlegging van het bewijs dat hij een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of van een geassocieerd land (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland) is. 

De verzoeker moet het bewijs dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet binnen een termijn van drie maanden, vanaf de op de bijlage 19 vermelde datum, voorleggen.

  • Volledig dossier + positief verblijfplaatsonderzoek indien de verzoeker het bewijs dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet binnen de termijn van drie maanden voorlegt en hij in de gemeente verblijft (positief verblijfplaatsonderzoek),stuurt het gemeentebestuur zijn aanvraag voor gezinshereniging naar de Dienst Vreemdelingenzaken.
  • Onvolledig  dossier + positief verblijfplaatsonderzoekindien de verzoeker het bewijs dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet niet binnen de termijn van drie maanden voorlegt maar in de gemeente verblijft (positief verblijfplaatsonderzoek), betekent het gemeentebestuur een bijlage 20 en geeft een nieuwe termijn van een maand om de documenten voor te leggen aan de verzoeker. Indien de verzoeker de documenten binnen deze nieuwe termijn voorlegt, stuurt het gemeentebestuur zijn verzoek naar de Dienst Vreemdelingenzaken. Indien hij de documenten niet binnen deze nieuwe termijn voorlegt, betekent het gemeentebestuur echter een bijlage 20.
  • Negatieve verblijfplaatsonderzoek: indien het familielid niet in de gemeente verblijft (negatief verblijfplaatsonderzoek), wordt hij uit het Rijksregister geschrapt.  De procedure wordt beëindigd.

De Dienst Vreemdelingenzaken moet zijn beslissing binnen een termijn van zes maanden, vanaf de op de bijlage 19 vermelde datum, nemen. 

Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek aanvaardt, overhandigt het gemeentebestuur een  bijlage 8ter of een EU-kaart aan het familielid. Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek weigert, betekent het gemeentebestuur een bijlage 20.

[Artikel 40ter van de wet van 15 december 1980]

Het verzoek tot gezinshereniging mag in België worden ingediend. De procedure verloopt  als volgt:

  • Een niet-EU-onderdaan die familielid is van een Belg die geen gebruik heeft gemaakt van zijn recht op vrij verkeer en verblijf, moet zijn aanvraag tot gezinshereniging indienen bij het gemeentebestuur van de plaats waar hij woont. Tenzij hij vrijgesteld is, moet hij ook het bewijs van de betaling van de retributie voorleggen. Bij gebreke daarvan wordt zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaard.
  • Het gemeentebestuur overhandigt hem een bijlage 19 ter, na voorlegging van het bewijs dat hij een familielid van een Belg is.
  • Indien de verzoeker in de gemeente verblijft (positief verblijfplaatsonderzoek), overhandigt het gemeentebestuur hem een attest van immatriculatie dat, vanaf de op de bijlage 19ter vermelde datum, zes maanden geldig is. Indien de verzoeker niet in de gemeente verblijft (negatief verblijfplaatsonderzoek) betekent het gemeentebestuur een bijlage 20.
  • De verzoeker moet het bewijs dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet binnen een termijn van drie maanden, vanaf de op de bijlage 19ter vermelde datum, voorleggen. Indien de documenten binnen de termijn worden voorgelegd, stuurt het gemeentebestuur het dossier naar de Dienst Vreemdelingenzaken. Indien de documenten niet binnen de termijn worden voorgelegd, betekent het gemeentebestuur een bijlage 20.
  • De Dienst Vreemdelingenzaken moet zijn beslissing binnen een termijn van zes maanden, vanaf de op de bijlage 19ter vermelde datum, nemen. Indien er geen beslissing genomen is binnen die termijn wordt het attest van immatriculatie verlengd met telkens een maand totdat er een beslissing is genomen.

Deze verlenging vloeit voort uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (arrest Diallo van 27 juni 2018 (C-246/17) en de recente jurisprudentie van de Raad van State (arrest nr. 255.275 van 15 december 2022), volgens welke een F-kaart alleen kan worden afgegeven als de aanvraag is onderzocht om na te gaan of aan de voorwaarden voor gezinshereniging is voldaan.

  • Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek aanvaardt, overhandigt het gemeentebestuur een F-kaart aan het familielid. Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek weigert, betekent het gemeentebestuur een bijlage 20. 

Het verzoek tot gezinshereniging mag in België worden ingediend. De procedure verloopt  als volgt:

  • Een niet-EU-onderdaan die familielid is van een EU-burger moet zijn verzoek tot gezinshereniging indienen bij het gemeentebestuur van de plaats waar hij verblijft.
  • Het gemeentebestuur overhandigt hem een bijlage 19 ter, na voorlegging van het bewijs dat hij een familielid is van een burger van de Europese Unie of van een gelijkgesteld land (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland).
  • Indien de verzoeker in de gemeente verblijft (positief verblijfplaatsonderzoek), overhandigt het gemeentebestuur hem een attest van immatriculatie dat, vanaf de op de bijlage 19ter vermelde datum, zes maanden geldig is. Indien de verzoeker niet in de gemeente verblijft (negatief verblijfplaatsonderzoek) betekent het gemeentebestuur een bijlage 20.
  • De verzoeker moet het bewijs dat hij aan de voorwaarden voor een gezinshereniging voldoet binnen een termijn van drie maanden, vanaf de op de bijlage 19ter vermelde datum, voorleggen. Indien de documenten binnen de termijn worden voorgelegd, stuurt het gemeentebestuur het dossier naar de Dienst Vreemdelingenzaken. Indien de documenten niet binnen de termijn worden voorgelegd, betekent het gemeentebestuur een bijlage 20.
  • De Dienst Vreemdelingenzaken moet zijn beslissing binnen een termijn van zes maanden, vanaf de op de bijlage 19ter vermelde datum, nemen. Indien er geen beslissing genomen is binnen die termijn wordt het attest van immatriculatie verlengd met telkens een maand totdat er een beslissing is genomen.

Deze verlenging vloeit voort uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (arrest Diallo van 27 juni 2018 (C-246/17) en de recente jurisprudentie van de Raad van State (arrest nr. 255.275 van 15 december 2022), volgens welke een F-kaart alleen kan worden afgegeven als de aanvraag is onderzocht om na te gaan of aan de voorwaarden voor gezinshereniging is voldaan.

  • Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek aanvaardt, overhandigt het gemeentebestuur een F-kaart aan het familielid. Indien de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek weigert, betekent het gemeentebestuur een bijlage 20.

[Artikel 10 van de wet van 15 december 1980]

Gezinshereniger met onbeperkt verblijf

Een niet-EU-vreemdeling die gemachtigd of toegelaten is tot een verblijf van onbeperkte duur in de EU is houder van een A-kaart in de hoedanigheid van begunstigde van internationale bescherming, van een B-, C-, D-, F-, F+-, K-, L-, M- of M+-kaart. 

Situaties waarin het verzoek tot gezinshereniging in België kan worden ingediend

De niet-EU-vreemdeling die in België in familieverband wil leven met een andere niet-EU-vreemdeling die gemachtigd of toegelaten is tot een verblijf van onbeperkte duur in België kan zijn verzoek tot gezinshereniging in België indienen, voor zover hij zich in een van de volgende zeven situaties bevindt:

  1. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, is reeds gemachtigd tot een verblijf van beperkte duur in België en de voorwaarden voor een gezinshereniging zijn vervuld.   
  2. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, moet voor een kort verblijf in de Schengenruimte niet over een visum beschikken en de voorwaarden voor een gezinshereniging zijn vervuld. 
  3. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, heeft een visum ontvangen met het oog op een huwelijk of een wettelijke samenwoning in België en zijn plannen werden verwezenlijkt vooraleer het visum verstreek.  
  4. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, is een niet-begeleid minderjarig kind dat houder is van een geldig C-visum
  5. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, is de vader of de moeder van een niet-begeleid minderjarig kind dat een statuut van internationale bescherming geniet (A-kaart)
  6. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, is de vader of de moeder van een minderjarig kind dat een statuut van internationale bescherming geniet (A-kaart)
  7. Buitengewone omstandigheden verhinderen de niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt om zijn verzoek in het buitenland in te dienen

De niet-EU-vreemdeling die zich niet in een van deze zeven situaties bevindt, moet zijn verzoek tot gezinshereniging absoluut in het buitenland indienen.

Situaties 1 tot 6

Indien de voorwaarden voor een gezinshereniging vervuld zijn en het verblijfplaatsonderzoek positief is, neemt het gemeentebestuur het verzoek in overweging en overhandigt het een ontvangstbewijs van een aanvraag voor toelating tot verblijf (bijlage 15bis) aan de verzoeker.

Vervolgens stuurt het gemeentebestuur het dossier naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

De Dienst Vreemdelingenzaken moet de ontvankelijkheid van het verzoek binnen een termijn van vijf maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum, onderzoeken.

Indien het verzoek ontvankelijk is, moet de Dienst Vreemdelingenzaken een beslissing binnen een termijn van negen maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum, nemen.  Indien het dossier complex is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken deze termijn twee keer voor een periode van drie maanden verlengen.  In geval van verlenging wordt de beslissing dus binnen een maximale termijn van 15 maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum (9 maanden + 3 maanden + 3 maanden), genomen.

De verzoeker die na negen maanden (of, in geval van verlenging, na 12 of 15 maanden) geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

Situatie 7

Indien de voorwaarden voor een gezinshereniging vervuld zijn en het verblijfplaatsonderzoek positief is, neemt het gemeentebestuur het verzoek in overweging en stuurt het naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

De wet bepaalt geen termijn voor het onderzoek van de ontvankelijkheid van dit verzoek.

Indien de Dienst Vreemdelingenzaken verklaart dat het verzoek ontvankelijk is, overhandigt het gemeentebestuur een ontvangstbewijs van een aanvraag voor een toelating tot verblijf (bijlage 15bis) en een attest van immatriculatie aan de verzoeker.

De Dienst Vreemdelingenzaken moet een beslissing binnen een termijn van negen maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum, nemen.  Indien het dossier complex is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken deze termijn twee keer voor een periode van drie maanden verlengen.  In geval van verlenging wordt de beslissing dus binnen een maximale termijn van 15 maanden, vanaf de op de bijlage 15bis vermelde datum (9 maanden + 3 maanden + 3 maanden), genomen.

De verzoeker die na negen maanden (of, in geval van verlenging, na 12 of 15 maanden) geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

Type beslissing 
  • In geval van akkoord:  afgifte van een verblijfstitel (A-kaart) die een jaar geldig is en vernieuwbaar is, voor zover de verblijfsvoorwaarden nog steeds vervuld worden.
  • In geval van weigering: beslissing tot weigering van verblijf (bijlage 14).

(Artikel 10bis van de wet van 15 december 1980)

Gezinshereniger met beperkt verblijf

Een niet-EU-vreemdeling die gemachtigd of toegelaten is tot een verblijf van beperkte duur in de EU is houder van een A-, H-, I- of J-kaart.   

Situaties waarin het verzoek tot gezinshereniging in België kan worden ingediend

De niet-EU-vreemdeling die in België in familieverband wil leven met een andere niet-EU-vreemdeling die gemachtigd of toegelaten is tot een verblijf van beperkte duur in België kan zijn verzoek tot gezinshereniging in België indienen, voor zover hij zich in een van de volgende vijf situaties bevindt:

  1. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, is reeds gemachtigd tot een verblijf van beperkte duur in België en de voorwaarden voor een gezinshereniging zijn vervuld.   
  2. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, moet voor een kort verblijf in de Schengenruimte niet over een visum beschikken en de voorwaarden voor een gezinshereniging zijn vervuld.
  3. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, heeft een visum ontvangen met het oog op een huwelijk of een wettelijke samenwoning in België en zijn plannen werden verwezenlijkt vooraleer het visum verstreek.
  4. De niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt, is een niet-begeleid minderjarig kind dat houder is van een geldig C-visum.
  5. Buitengewone omstandigheden verhinderen de niet-EU-vreemdeling die de gezinshereniging aanvraagt om zijn verzoek in het buitenland in te dienen.

De niet-EU-vreemdeling die zich niet in een van deze vijf situaties bevindt, moet zijn verzoek tot gezinshereniging absoluut in het buitenland indienen.  

Situaties 1 tot 4

Indien de voorwaarden voor een gezinshereniging vervuld zijn en het verblijfplaatsonderzoek positief is, neemt het gemeentebestuur het verzoek in overweging en overhandigt het een ontvangstbewijs van een aanvraag voor toelating tot verblijf (bijlage 41bis) aan de verzoeker.

Vervolgens stuurt het gemeentebestuur het dossier naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

  • De gezinshereniger beschikt over een A-kaart in de hoedanigheid van student of werknemer

De Dienst Vreemdelingenzaken moet een beslissing binnen een termijn van negen maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum, nemen.  Indien het dossier complex is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken deze termijn twee keer voor een periode van drie maanden verlengen.  In geval van verlenging wordt de beslissing dus binnen een maximale termijn van 15 maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum (9 maanden + 3 maanden + 3 maanden), genomen.

De verzoeker die na negen maanden (of, in geval van verlenging, na 12 of 15 maanden) geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

  • De gezinshereniger beschikt over een H-kaart in de hoedanigheid van hooggekwalificeerde werknemer of over een A-kaart in de hoedanigheid van langdurig ingezetene (status verkregen in een andere lidstaat van de Europese Unie)

De Dienst Vreemdelingenzaken moet een beslissing binnen een termijn van vier maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum, nemen.  Indien het dossier complex is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken deze termijn voor een periode van een maand verlengen.  In geval van verlenging wordt de beslissing dus binnen een maximale termijn van vijf maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum (4 maanden + 1 maand), genomen.

De verzoeker die na vier maanden (of, in geval van verlenging, na vijf maanden) geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

  • De gezinshereniger beschikt over een A-kaart in de hoedanigheid van onderzoeker of over een I-of J-kaart in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming.

De Dienst Vreemdelingenzaken moet een beslissing binnen een termijn van 90 dagen, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum, nemen.

De verzoeker die na 90 dagen geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

Situatie 5

Indien de voorwaarden voor een gezinshereniging vervuld zijn en het verblijfplaatsonderzoek positief is, neemt het gemeentebestuur het verzoek in overweging en stuurt het naar de Dienst Vreemdelingenzaken.

De wet bepaalt geen termijn voor het onderzoek van de ontvankelijkheid van dit verzoek.

Indien de Dienst Vreemdelingenzaken verklaart dat het verzoek ontvankelijk is, overhandigt het gemeentebestuur een ontvangstbewijs van een aanvraag voor een toelating tot verblijf (bijlage 41bis)en een attest van immatriculatie aan de verzoeker..

  • De gezinshereniger beschikt over een A-kaart in de hoedanigheid van student of werknemer

De Dienst Vreemdelingenzaken moet een beslissing binnen een termijn van negen maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum, nemen.  Indien het dossier complex is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken deze termijn twee keer voor een periode van drie maanden verlengen.  In geval van verlenging wordt de beslissing dus binnen een maximale termijn van 15 maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum (9 maanden + 3 maanden + 3 maanden), genomen.

De verzoeker die na negen maanden (of, in geval van verlenging, na 12 of 15 maanden) geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

  • De gezinshereniger beschikt over een H-kaart in de hoedanigheid van hooggekwalificeerde werknemer of over een A-kaart in de hoedanigheid van langdurig ingezetene (status verkregen in een andere lidstaat van de Europese Unie)

De Dienst Vreemdelingenzaken moet een beslissing binnen een termijn van vier maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum, nemen.  Indien het dossier complex is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken deze termijn voor een periode van een maand verlengen.  In geval van verlenging wordt de beslissing dus binnen een maximale termijn van vijf maanden, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum (4 maanden + 1 maand), genomen.

De verzoeker die na vier maanden (of, in geval van verlenging, na vijf maanden) geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

  • De gezinshereniger beschikt over een A-kaart in de hoedanigheid van onderzoeker of over een I-of J-kaart in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming.

De Dienst Vreemdelingenzaken moet een beslissing binnen een termijn van 90 dagen, vanaf de op de bijlage 41bis vermelde datum, nemen.

De verzoeker die na 90 dagen geen beslissing ontvangen heeft, kan informatie inwinnen bij het gemeentebestuur waarbij hij zijn verzoek heeft ingediend.  

Type beslissing 
  • In geval van akkoord:  afgifte van een verblijfstitel (A-kaart) waarvan de geldigheidsduur beperkt is tot de duur van het verblijf van de gezinshereniger.
  • In geval van weigering: beslissing tot weigering van verblijf (bijlage 14).