[Artikel 10 van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 - In werking getreden op 1 september 2024]
Een niet-EU/EER vreemdeling die een verblijfsrecht van onbeperkte duur heeft en die minstens 12 maanden toegelaten of gemachtigd is om in België te verblijven, kan zich onder bepaalde voorwaarden laten vergezellen door bepaalde leden van zijn gezin.
Familielid
Als familielid van een Belg worden beschouwd:
- de buitenlandse echtgenoot of de vreemdeling waarmee een geregistreerd partnerschap gesloten werd dat als gelijkwaardig beschouwd wordt met het huwelijk in België, die met hem komt samenleven, op voorwaarde dat beiden ouder zijn dan eenentwintig jaar. Deze minimumleeftijd wordt echter teruggebracht tot achttien jaar wanneer, naargelang het geval, de echtelijke band of dit geregistreerd partnerschap, reeds bestond vóór de vreemdeling die vervoegd wordt, in het Rijk aankwam
- hun gemeenschappelijke kinderen, die met hen komen samenleven alvorens zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en alleenstaand zijn;
- de minderjarige kinderen van de vreemdeling die vervoegd wordt, van diens echtgenoot of van de geregistreerde partner als bedoeld in het eerste streepje, die met hen komen samenleven alvorens zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en ongehuwd zijn en voor zover de vreemdeling die vervoegd wordt, zijn echtgenoot of zijn geregistreerde partner het ouderlijk gezag inclusief het recht van bewaring uitoefent en de kinderen ten laste zijn van hem, diens echtgenoot of geregistreerde partner;
- de vreemdeling die door een wettelijk geregistreerd partnerschap verbonden is, evenals de minderjarige kinderen van deze partner die met hen komen samenleven alvorens zij de leeftijd van achttien jaar bereikt hebben en ongehuwd zijn en voor zover de geregistreerde partner het ouderlijk gezag inclusief het recht van bewaring uitoefent en de kinderen ten laste zijn van hem;
- het ongehuwd gehandicapt kind dat ouder is dan achttien jaar van de vreemdeling die vervoegd wordt, of van diens echtgenoot of partner, voor zover het kind een attest overlegt dat uitgaat van een door de Belgische diplomatieke of consulaire post erkende arts dat aantoont dat het omwille van zijn handicap niet in zijn eigen behoeften kan voorzien.
Voorwaarden voor een gezinshereniging
De voorwaarden voor een gezinshereniging worden hieronder voor elk van de begunstigden uiteengezet.
Aanvraag tot gezinshereniging
De algemene regel is dat een aanvraag tot gezinshereniging moet worden ingediend bij de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor de verblijfplaats van het familielid in het buitenland (zie Aanvraag ingediend in het buitenland).
De echtgenoot of partner van een niet-EU/EER vreemdeling die een verblijfsrecht van onbeperkte duur heeft heeft een recht op gezinshereniging. Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden van een gezinshereniging is voldaan.
-
Huwelijk en partnerschap dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met een huwelijk in België
De aanvrager moet gehuwd zijn met de vreemdeling die wordt vervoegd of een partnerschap in Duitsland, Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden of het Verenigd Koninkrijk met hem hebben afgesloten.
Indien de aanvrager of de vreemdeling die wordt vervoegd opnieuw in het huwelijk getreden is, of in het geval van een nieuwe relatie, moeten de betrokkenen, naast het bewijs van het huwelijk of het partnerschap, het bewijs van de ontbinding van het vorige huwelijk of de vorige relatie (echtscheidingsakte, overlijdensakte van de echtgenoot of partner, enz.) voorleggen.
De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.
Bijzondere bepaling: als de aanvrager de bloed- of aanverwantschapsband niet kan aantonen door middel van officiële documenten, kan de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band werden overgelegd. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken met de aanvrager of de Belg en, in voorkomend geval, voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (bijvoorbeeld een DNA-test). [Artikel 12bis, § 6, van de wet van 15 december 1981].
Opgelet: de aanvrager heeft geen recht op gezinshereniging wanneer een andere echtgenoot van de vervoegde vreemdeling reeds in België verblijft.
-
Leeftijd
De aanvrager en de vreemdeling die wordt vervoegd moeten meer dan 21 jaar oud zijn. Deze minimumleeftijd wordt tot 18 jaar teruggebracht indien de echtgenoten bewijzen dat het huwelijk al vóór de aankomst van de vervoegde vreemdeling in België bestond.
→ De geboorteakte van de aanvrager en de vervoegde vreemdeling, of elk ander document dat hun leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.
-
Verblijf
De vreemdeling die wordt vervoegd moet het recht hebben om voor onbeperkte duur in België te verblijven en moet minstens 12 maanden gemachtigd of toegelaten zijn om in België te verblijven. .
→ Een kopie van de verblijfstitel (B-, C/K-, D/L-, F- of, F+- kaart) voorleggen.
Goed om weten: de periode van 12 maanden wordt geschrapt als het huwelijk/partnerschap plaatsvond voor de aankomst van de e vreemdeling die wordt vervoegd in België, of als de echtgenoten/partners een gezamenlijk kind hebben.
-
Beperking in cascade van het recht op gezinshereniging
Wanneer de vreemdeling die wordt vervoegd zelf werd toegelaten of toegelaten tot verblijf als echtgeno(o)t(e) of ongehuwde partner overeenkomstig de artikelen 10, 10bis, 40bis, 40ter, 47/2,1° of 57/34/1 van de wet van 15 december 1980, kan het recht om zich bij hem te voegen op grond van huwelijk of partnerschap slechts worden toegekend als hij bewijst dat hij sinds 2 jaar legaal in België verblijft en voor zover de voorwaarden voor gezinshereniging vervuld zijn. [Artikel 10, §3 van de wet van 15 december 1980, gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - Inwerkingtreding op 1 september 2024].
Bijgevolg zullen alle niet-EU/EER vreemdelingen die in België verblijven in het kader van gezinshereniging als echtgeno(o)t(e) of partner, met uitzondering van diegenen die genieten van gezinshereniging op basis van artikel 57/34 van de wet van 15 december 1980, 2 jaar moeten wachten vooraleer ze zich in België kunnen vervoegen met hun nieuwe echtgeno(o)t(e) of partner.
-
Bestaansmiddelen
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden.
Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen
-
Huisvesting
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Voor meer info : Voldoende huisvesting
-
Verzekering
De vreemdeling die wordt vervoegd moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.
Voor meer info : Ziektekostenverzekering
-
Volksgezondheid
De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.
Voor meer info : Medisch attest
-
Openbare orde
De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen.
Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.
-
Samenleven
De aanvrager moet met de vreemdeling die wordt vervoegd komen samenleven.
Het is mogelijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel koestert in verband met de werkelijke intentie van de aanvrager en/of de vreemdeling die wordt vervoegd om een duurzame levensgemeenschap te creëren. In dat geval kan de aanvrager en/of de vreemdeling die wordt vervoegd voor een onderhoud worden uitgenodigd en kan het advies van het parket worden gevraagd.
Indien het onderzoek aantoont dat het gaat om een huwelijk met het oog op het bekomen van een verblijfsvoordeel (bv. een verblijfstitel) zal de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek tot gezinshereniging waarschijnlijk weigeren. Deze controles zullen ook gevolgen hebben voor de onderzoekstermijn van het verzoek tot gezinshereniging.
De partner van een niet-EU/EER vreemdeling die een verblijfsrecht van onbeperkte duur heeft heeft een recht op gezinshereniging. Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden van een gezinshereniging is voldaan.
-
Wettelijk geregistreerd partnerschap
In België verwijst het geregistreerd partnerschap naar de verklaring van wettelijke samenwoning die voor een ambtenaar van de burgerlijke stand wordt afgelegd (cf. artikelen 1475 en volgende van het burgerlijk wetboek).
→ De verklaring van wettelijke samenwoning of het bewijs van een wettelijk geregistreerd partnerschap voorleggen.
Nuttige info:
- De aanvrager en de vervoegde vreemdeling moeten ongehuwd zijn.
- De aanvrager en de vervoegde vreemdeling mogen geen duurzame relatie hebben met een andere persoon.
- Het partnerschap geeft geen recht op gezinshereniging wanneer het wordt afgesloten tussen (i) bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn en verwanten in dezelfde lijn , of (ii) in de zijlijn, tussen broers, tussen zussen, of tussen broers en zussen, of tussen oom en nicht of neef, of (iii) tussen tante en nicht of neef.
-
Stabiele en duurzame relatie
De relatie tussen de aanvrager en de vreemdeling die vervoegd wordt moet stabiel en duurzaam zijn.
Het duurzaam en stabiel karakter van deze relatie is aangetoond :
- indien de partners bewijzen gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken op legale wijze in België of een ander land te hebben samengewoond; ofwel indien
- de partners bewijzen dat zij elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, kennen en het bewijs leveren dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag drie maal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen; ofwel indien
- de partners een gemeenschappelijk kind hebben.
→ Het bewijs van het stabiel en duurzaam karakter van de relatie voorleggen.
-
Leeftijd
De aanvrager en de vervoegde vreemdeling moeten meer dan 21 jaar oud zijn. Deze minimumleeftijd wordt tot 18 jaar teruggebracht indien de partners bewijzen dat ze vóór de aankomst van de vervoegde vreemdeling in België al minstens een jaar samenwoonden.
→ De geboorteakte van de aanvrager en de vervoegde vreemdeling, of elk ander document dat hun leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen, en, in voorkomend geval, het bewijs van een samenwoning van op zijn minst een jaar vóór de aankomst van de e vervoegde vreemdeling in België.
-
Ongehuwde staat
De aanvrager en de vervoegde vreemdeling moeten ongehuwd zijn.
→ Een bewijs van ongehuwde staat van de aanvrager en de vervoegde vreemdeling voorleggen.
-
Verblijf
De vreemdeling die wordt vervoegd moet het recht hebben om voor onbeperkte duur in België te verblijven en moet minstens 12 maanden gemachtigd of toegelaten zijn om in België te verblijven. .
→ Een kopie van de verblijfstitel (B-, C/K-, D/L-, F- of, F+- kaart) voorleggen.
Goed om weten: de periode van 12 maanden wordt geschrapt als het huwelijk/partnerschap plaatsvond voor de aankomst van de e vreemdeling die wordt vervoegd in België, of als de echtgenoten/partners een gezamenlijk kind hebben.
-
Beperking in cascade van het recht op gezinshereniging
Wanneer de vreemdeling die wordt vervoegd zelf werd toegelaten of toegelaten tot verblijf als echtgeno(o)t(e) of ongehuwde partner overeenkomstig de artikelen 10, 10bis, 40bis, 40ter, 47/2,1° of 57/34/1 van de wet van 15 december 1980, kan het recht om zich bij hem te voegen op grond van huwelijk of partnerschap slechts worden toegekend als hij bewijst dat hij sinds 2 jaar legaal in België verblijft en voor zover de voorwaarden voor gezinshereniging vervuld zijn. [Artikel 10, §3 van de wet van 15 december 1980, gewijzigd door de wet van 10 maart 2024 - Inwerkingtreding op 1 september 2024].
Bijgevolg zullen alle niet-EU/EER vreemdelingen die in België verblijven in het kader van gezinshereniging als echtgeno(o)t(e) of partner, met uitzondering van diegenen die genieten van gezinshereniging op basis van artikel 57/34 van de wet van 15 december 1980, 2 jaar moeten wachten vooraleer ze zich in België kunnen vervoegen met hun nieuwe echtgeno(o)t(e) of partner.
-
Bestaansmiddelen
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden.
Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen
-
Huisvesting
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Voor meer info : Voldoende huisvesting
-
Verzekering
De vreemdeling die wordt vervoegd moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.
Voor meer info : Ziektekostenverzekering
-
Volksgezondheid
De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.
Voor meer info : Medisch attest
-
Openbare orde
De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen.
Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.
-
Samenleven
De aanvrager moet met de vreemdeling die wordt vervoegd komen samenleven.
Het is mogelijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel koestert in verband met de werkelijke intentie van de aanvrager en/of de vreemdeling die wordt vervoegd om een duurzame levensgemeenschap te creëren. In dat geval kan de aanvrager en/of de vreemdeling die wordt vervoegd voor een onderhoud worden uitgenodigd en kan het advies van het parket worden gevraagd.
Indien het onderzoek aantoont dat het gaat om een partnerschap met het oog op het bekomen van een verblijfsvoordeel (bv. een verblijfstitel) zal de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek tot gezinshereniging waarschijnlijk weigeren. Deze controles zullen ook gevolgen hebben voor de onderzoekstermijn van het verzoek tot gezinshereniging.
Het minderjarige kind van een niet-EU/EER vreemdeling die een verblijfsrecht van onbeperkte duur heeft, van diens echtgenoot of geregistreerde partner, heeft een recht op gezinshereniging. Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden van een gezinshereniging is voldaan.
-
Afstamming
De aanvrager moet bewijzen dat hij van de vervoegde vreemdeling, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt.
De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.
Bijzondere bepaling: indien de aanvrager de gezins- of aanverwantschapsband niet met officiële documenten kan aantonen, moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band worden voorgelegd, op voorwaarde dat deze band al voor de binnenkomst van de vreemdeling die vervoegd wordt in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]
-
Leeftijd
De aanvrager moet minder dan 18 jaar oud zijn.
→ Een geboorteakte, of elk document dat zijn leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.
-
Ongehuwde staat
De aanvrager moet ongehuwd zijn.
→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de aanvrager oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.
-
Ouderlijk gezag
Als de aanvrager de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft, moet hij aantonen dat de vervoegde vreemdeling, of diens echtgenoot of partner, het ouderlijk gezag, inclusief het recht van bewaring, over hem uitoefent. Indien het ouderlijk gezag wordt gedeeld, dient de andere houder van het ouderlijk gezag zijn toestemming te geven voor de gezinshereniging. [Wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]
Nuttige info: het ouderlijk gezag wordt verondersteld als de betrokken ouder een rechtsgeldige geboorteakte overlegt waarin zijn of haar naam als ouder van het kind wordt vermeld. Als een dergelijke geboorteakte echter niet kan worden overgelegd of als de geldigheid ervan wordt betwist, is het aan de verzoeker om de uitoefening van het ouderlijk gezag met alle wettelijke middelen te bewijzen, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving inzake ouderlijk gezag.
-
Verblijf
De vreemdeling die wordt vervoegd moet het recht hebben om voor onbeperkte duur in België te verblijven en moet minstens 12 maanden gemachtigd of toegelaten zijn om in België te verblijven. .
→ Een kopie van de verblijfstitel (B-, C/K-, D/L-, F- of, F+- kaart) voorleggen.
-
Bestaansmiddelen
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden.
Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen
Bijzondere bepaling: De vreemdeling die wordt vervoegd moet niet bewijzen dat hij over bestaansmiddelen beschikt indien de aanvrager zijn kind of het kind van zijn echtgenoot (of gelijkgestelde partner) is, en indien dit kind ongehuwd is, bij hem komt wonen alvorens 18 jaar te zijn en de enige is die zich bij hem komt voegen (dit wil zeggen dat de andere ouder de gezinshereniging niet gelijktijdig aanvraagt).
-
Huisvesting
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek
Voor meer info : Voldoende huisvesting
-
Verzekering
De vreemdeling die wordt vervoegd moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.
Voor meer info : Ziektekostenverzekering
-
Volksgezondheid
De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.
Voor meer info : Medisch attest
-
Samenleven
De aanvrager moet met de vreemdeling die wordt vervoegd komen samenleven.
Een ongehuwd gehandicapt kind dat ouder is dan 18 jaar van een niet-EU/EER vreemdeling die een verblijfsrecht van onbeperkte duur heeft, van diens echtgenoot of geregistreerde partner, heeft een recht op gezinshereniging. Dit recht moet worden erkend indien de betrokkenen met documenten aantonen dat aan de voorwaarden van een gezinshereniging is voldaan.
-
Afstamming
De aanvrager moet bewijzen dat hij van de vervoegde vreemdeling, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt.
De algemene regel is dat de aanvrager officiële documenten overeenkomstig artikel 30 van de wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van internationaal privaatrecht of de internationale overeenkomsten betreffende dezelfde materie moet voorleggen om de bloed- of aanverwantschapsband met de vreemdeling die vervoegd wordt, vast te stellen.
Bijzondere bepaling: indien de aanvrager de gezins- of aanverwantschapsband niet met officiële documenten kan aantonen, moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die met betrekking tot deze band worden voorgelegd, op voorwaarde dat deze band al voor de binnenkomst van de vreemdeling die vervoegd wordt in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]
-
Leeftijd
De aanvrager moet meer dan 18 jaar oud zijn.
→ Een geboorteakte, of elk document dat zijn leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.
-
Ongehuwde staat
De aanvrager moet ongehuwd zijn.
→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de aanvrager oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.
-
Handicap
De aanvrager moet een attest van een arts erkend door de Belgische diplomatieke of consulaire post verantwoordelijk voor de verblijfplaats in het buitenland voorleggen, waarin bevestigd wordt dat de aanvrager niet in staat is om zichzelf te onderhouden ten gevolge van zijn handicap.
-
Verblijf
De vreemdeling die wordt vervoegd moet het recht hebben om voor onbeperkte duur in België te verblijven en moet minstens 12 maanden gemachtigd of toegelaten zijn om in België te verblijven. .
→ Een kopie van de verblijfstitel (B-, C/K-, D/L-, F- of, F+- kaart) voorleggen.
-
Bestaansmiddelen
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden.
Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen
-
Huisvesting
De vreemdeling die wordt vervoegd moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek
Voor meer info : Voldoende huisvesting
-
Verzekering
De vreemdeling die wordt vervoegd moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.
Voor meer info : Ziektekostenverzekering
-
Volksgezondheid
De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.
Voor meer info : Medisch attest
-
Openbare orde
De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen.
Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.
-
Samenleven
De aanvrager moet met de vreemdeling die wordt vervoegd komen samenleven.