De wettelijke partner van een onderdaan van een derde land die wettelijk in België verblijft, moet, met documenten, aantonen dat de volgende voorwaarden vervuld zijn:

In België verwijst het geregistreerd partnerschap naar de verklaring van wettelijke samenwoning die voor een ambtenaar van de burgerlijke stand wordt afgelegd (cf. artikelen 1475 en volgende van het burgerlijk wetboek).

De verklaring van wettelijke samenwoning of het bewijs van een wettelijk geregistreerd partnerschap voorleggen.

De relatie tussen de aanvrager en de gezinshereniger moet stabiel en duurzaam zijn.  Het bewijs van een dergelijke relatie kan op de volgende manier geleverd worden:

  1. De partners hebben gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken op legale wijze in België of een ander land samengewoond; of
  2. De partners kennen elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, en leveren het bewijs dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag drie maal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen; of
  3. De partners hebben een gemeenschappelijk kind.

→ Het bewijs van het stabiel en duurzaam karakter van de relatie voorleggen.

De aanvrager en de gezinshereniger moeten meer dan 21 jaar oud zijn.  Deze minimumleeftijd wordt tot 18 jaar teruggebracht indien de partners bewijzen dat ze vóór de aankomst van de gezinshereniger in België al minstens een jaar samenwoonden.

→ De geboorteakte van de aanvrager en de gezinshereniger, of elk ander document dat hun leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen, en, in voorkomend geval, het bewijs van een samenwoning van op zijn minst een jaar vóór de aankomst van de gezinshereniger in België.

De aanvrager en de gezinshereniger moeten ongehuwd zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat van de aanvrager en de gezinshereniger voorleggen.

De aanvrager en de gezinshereniger mogen geen duurzame relatie hebben met een andere persoon. 

Het partnerschap geeft geen recht op gezinshereniging wanneer het wordt afgesloten tussen (i) bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn en verwanten in dezelfde lijn , of (ii) in de zijlijn, tussen broers, tussen zussen, of tussen broers en zussen, of tussen oom en nicht of neef, of (iii) tussen tante en nicht of neef.

De aanvrager en de gezinshereniger mogen niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een definitieve beslissing tot weigering van de voltrekking van het huwelijk op basis van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek. 
De gezinshereniger moet toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van beperkte of onbeperkte duur in België, of gemachtigd zijn om er zich te vestigen.

→ Een kopie van de verblijfstitel (A-, B-, C-, D-, F-, F+- of H-kaart) voorleggen

Indien de gezinshereniger toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van onbeperkte duur in België, of gemachtigd is om er zich te vestigen, kan hij pas na twaalf maanden vervoegd worden. Bij de berekening van deze wachttermijn wordt er rekening gehouden met de periode gedurende dewelke de gezinshereniger voor een beperkte duur in België verbleven heeft.

In de volgende situaties is er geen wachttermijn:

  • Het partnerschap bestond al vóór de aankomst van de gezinshereniger in België;
  • De partners hebben een gemeenschappelijk kind;
  • De gezinshereniger is in de hoedanigheid van begunstigde van internationale bescherming tot een verblijf in België gemachtigd. 

De wachttermijn wordt niet opgelegd aan de gezinshereniger die voor een beperkte duur in België verblijft (A- of H-kaart). 

De gezinshereniger moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden. 

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

 

 

Bijzondere bepalingen:

H-kaart (Europese blauwe kaart) :

De persoonlijke inkomsten van de aanvrager worden in aanmerking genomen wanneer de bestaansmiddelen van een gezinshereniger die een H-kaart heeft beoordeeld worden, indien de gezinscel reeds in een andere staat van de Europese Unie bestond.     

Status van langdurig ingezetene:

Bij de beoordeling van de bestaansmiddelen van een gezinshereniger die de status van langdurig ingezetene bekomen heeft in een andere staat van de Europese Unie wordt er rekening gehouden met de persoonlijke inkomsten van de aanvrager, indien de aanvrager een verblijfsvergunning « EU-langdurig ingezetene » of een verblijfstitel die afgegeven werd door de staat die de status van langdurig ingezetene aan de gezinshereniger heeft toegekend voorlegt, evenals het bewijs dat hij als familielid van de gezinshereniger in deze staat verblijft. 

Huisvesting

De gezinshereniger moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

 

Bijzondere bepalingen:

H-kaart (Europese blauwe kaart) :

Indien de gezinscel reeds in een andere staat van de Europese Unie bestond moet de gezinshereniger die een H-kaart heeft niet bewijzen dat hij over voldoende huisvesting beschikt.

Status van langdurig ingezetene:

De gezinshereniger die de status van langdurig ingezetene bekomen heeft in een andere staat van de Europese Unie moet niet bewijzen dat hij over voldoende huisvesting beschikt indien de aanvrager een verblijfsvergunning « EU-langdurig ingezetene » of een verblijfstitel die afgegeven werd door de staat die de status van langdurig ingezetene aan de gezinshereniger heeft toegekend voorlegt, evenals het bewijs dat hij als familielid van de gezinshereniger in deze staat verblijft.

De gezinshereniger moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

 

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

 

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen. 

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

De aanvrager moet met de gezinshereniger komen samenleven. 

Het is mogelijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel koestert in verband met de werkelijke intentie van de aanvrager en/of de gezinshereniger om een duurzame levensgemeenschap te creëren. In dat geval kan de aanvrager en/of de gezinshereniger voor een onderhoud worden uitgenodigd en kan het advies van het parket worden gevraagd. 

Indien het onderzoek aantoont dat het gaat om een partnerschap met het oog op het bekomen van een verblijfsvoordeel (bv. een verblijfstitel) zal de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek tot gezinshereniging waarschijnlijk weigeren. Deze controles zullen ook gevolgen hebben voor de onderzoekstermijn van het verzoek tot gezinshereniging.