Gezinshereniging met een Belg die gebruik heeft gemaakt van het recht van vrij verkeerd

 

[Artikel 40ter, §1 van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2024 – In werking getreden op 1 september 2024]

De Belg die, na een daadwerkelijk verblijf in een andere lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig artikel 21 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, terugkeert om zich in België te vestigen wordt als Belg die gebruik heeft gemaakt van het recht van en verblijf beschouwd.

De familieleden van deze Belg, die hem vergezellen of vervoegen in België, zijn onderworpen aan dezelfde bepalingen als de familieleden van een burger van de Europese Unie, mits voldaan is aan de volgende drie cumulatieve voorwaarden:

  • het gezinsleven werd opgebouwd dan wel bestendigd tijdens het daadwerkelijke verblijf van de Belg en het familielid in een andere lidstaat van de Europese Unie; en
  • de familieleden begeleiden of vervoegen de Belg in België; en
  • het gezinsleven werd niet beëindigd voor de binnenkomst van het familielid in België dan wel voor de indiening van het verzoek om toekenning van een verblijfsrecht in het kader van een .

Het familielid dat niet aan deze drie voorwaarden voldoet, is onderworpen aan dezelfde bepalingen als het familielid van een Belg die geen gebruik heeft gemaakt van het recht van vrij verkeer. 

Lees meer over de bepalingen die van toepassing zijn op familieleden van een burger van de Europese Unie