Respect voor de reglementering en controle

De vasthouding in de gesloten centra heeft een wettelijke basis, namelijk het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 en de wet van 15 december 1980, en moet in overeenstemming zijn met de internationale reglementering inzake de materie. De controle wordt zowel door nationale als internationale instanties op verschillende niveaus uitgeoefend.

Op het nationaal vlak

De volgende instanties hebben het recht om de gesloten centra te bezoeken en kunnen op elk moment een controle en/of een audit in de gesloten centra uitvoeren.

  • Op het federaal niveau: de federale ombudsmannen, het Federaal Migratiecentrum (Myria) en het Parlement.
  • Op het communautair niveau: de Kinderrechtencommissaris.
  • Op het niveau van het departement (Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken): de Klachtencommissie, die voorzien wordt door de wet en door de Minister van Binnenlandse Zaken geïnstalleerd werd. Deze commissie is belast met de behandeling van de individuele klachten van de bewoners van de gesloten centra.
  • Op het niveau van de Dienst Vreemdelingenzaken: de Algemene Coördinatie en Controle Cel, onder het rechtstreekse toezicht van de Adviseur-generaal die belast is met de centra, verzekert de coördinatie tussen de gesloten centra. De cel verzekert ook de coördinatie tussen de gesloten centra en de uitvoeringsbureaus, en tussen de centra en derden (organisaties, instellingen, personen…). Deze cel controleert de correcte toepassing van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 en de internationale normen inzake de opvang en de vasthouding van vreemdelingen, in afwachting van hun verwijdering.
  • Op het niveau van de directie van de gesloten centra: de bewoners kunnen binnen de 24 uur rechtstreeks klacht indienen bij de centrumdirecteur.
  • De niet-gouvernementele organisaties beschikken over een accreditatie om de bewoners in de gesloten centra te bezoeken en kunnen de Dienst Vreemdelingenzaken interpelleren in specifieke dossiers.

Op het internationaal vlak

  • Het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing, dat om de 4 jaar een bezoek brengt.
  • Het Hoog Commissariaat van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen.
  • De Europese Commissaris voor de mensenrechten.
  • Het Europees Parlement.