De gezinshereniger geniet het statuut van vluchteling of subsidiair beschermde in België

 

Gezinshereniging met een meerderjarige vreemdeling

Een meerderjarige vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend kan, onder bepaalde voorwaarden, vervoegd worden door:

  • zijn/haar echtgenoot;
  • de vreemdeling met wie een geregistreerd partnerschap gesloten werd dat als gelijkwaardig beschouwd wordt met het huwelijk in België (gelijkgestelde partner); 
  • de vreemdeling met wie hij door middel van een wettelijk geregistreerd partnerschap verbonden is (wettelijke partner);
  • zijn/haar minderjarige kinderen;
  • de minderjarige kinderen van zijn/haar echtgenoot of partner;
  • zijn/haar meerderjarige en gehandicapte kinderen;
  • de meerderjarige en gehandicapte kinderen van zijn/haar echtgenoot of partner.

(HJEU) Een kind dat minderjarig was op het moment dat de gezinshereniger (vader of moeder) zijn/haar aanvraag om internationale bescherming in België heeft ingediend behoudt zijn recht op gezinshereniging indien het meerderjarig geworden is tijdens het onderzoek van deze aanvraag, op voorwaarde dat hij de erkenning van dit recht op gezinshereniging aanvraagt binnen de 12 maanden die volgen op de beslissing om de vluchtelingenstatus toe te kennen aan de gezinshereniger, of om hem/haar subsidiaire bescherming toe te kennen. Deze termijn van 12 maanden kan worden verlengd (en het recht op gezinshereniging behouden) indien de aanvrager aantoont dat hij door overmacht verhinderd werd om zijn visumaanvraag tijdig in te dienen.  

Gezinshereniging met een minderjarige vreemdeling

Een minderjarige vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend kan, onder bepaalde voorwaarden, vervoegd worden door zijn vader en zijn moeder.

> (HJEU) De vader en de moeder van een NBMV die in de loop van het onderzoek van zijn verzoek om internationale bescherming meerderjarig geworden is behouden hun recht op gezinshereniging, op voorwaarde dat hun verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen een redelijke termijn (drie maanden), vanaf de erkenning van het vluchtelingenstatuut of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. Deze termijn van drie maanden kan echter worden verlengd (en het recht op gezinshereniging behouden) in situaties waarin de te late indiening van het eerste verzoek op grond van bijzondere omstandigheden objectief verschoonbaar is.

(HJEU) De vader en de moeder van een NMBV die kort (drie maanden) na de erkenning van het vluchtelingenstatuut of de toekenning van subsidiaire bescherming meerderjarig geworden is, behouden hun recht op gezinshereniging, op voorwaarde dat hun verzoek tot gezinshereniging binnen een redelijke termijn (drie maanden) na de beslissing wordt ingediend Deze termijn van drie maanden kan echter worden verlengd (en het recht op gezinshereniging behouden) in situaties waarin de te late indiening van het eerste verzoek op grond van bijzondere omstandigheden objectief verschoonbaar is.

Andere familieleden

De andere familieleden van een vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend moeten een aanvraag voor een machtiging tot verblijf indienen (artikel 9 van de wet van 15 december 1980).

 

Het recht op gezinshereniging van een echtgenoot of een gelijkgestelde partner moet worden erkend indien hij/zij met documenten aantoont dat aan de voorwaarden voor gezinshereniging is voldaan.

Huwelijk en partnerschap dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met een huwelijk in België

De aanvrager moet gehuwd zijn met de gezinshereniger of een partnerschap in Duitsland, Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Zweden of het Verenigd Koninkrijk hebben afgesloten.

→ Een geldig bewijs van het huwelijk en, indien het om een huwelijk bij volmacht gaat, een kopie van de volmacht voorleggen. Indien de aanvrager of de gezinshereniger opnieuw in het huwelijk getreden is, het bewijs van de ontbinding van het vorige huwelijk, of het bewijs van het overlijden van de echtgenoot, voorleggen; of 

→ Een geldig bewijs van het partnerschap dat beschouwd wordt als zijnde gelijkwaardig met een huwelijk in België voorleggen.  Indien het om een nieuwe relatie gaat, moet hij het bewijs van de ontbinding van de vorige relatie (echtscheidingsakte, overlijdensakte van de echtgenoot, enz.) voorleggen.  

Bijzondere bepaling: De algemene regel is dat de aanvrager een authentiek document moet voorleggen om zijn bloed- of aanverwantschapsband met de gezinshereniger aan te tonen. Bij wijze van uitzondering moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die voorgelegd worden door de familieleden van een vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend, om de bloed- of aanverwantschapsband aan te tonen, op voorwaarde dat deze band al vóór de binnenkomst van de gezinshereniger in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

Polygamie

De aanvrager heeft geen recht op gezinshereniging wanneer een andere echtgenoot van de gezinshereniger reeds in België verblijft. 

Leeftijd

De aanvrager en de gezinshereniger moeten meer dan 21 jaar oud zijn.  Deze minimumleeftijd wordt tot 18 jaar teruggebracht indien de echtgenoten bewijzen dat het huwelijk al vóór de aankomst van de gezinshereniger in België bestond.

→ De geboorteakte van de aanvrager en de gezinshereniger, of elk ander document dat hun leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen. 

Verblijf

De gezinshereniger moet toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van beperkte of onbeperkte duur in België, of gemachtigd zijn om er zich te vestigen.

→ Een kopie van de verblijfstitel voorleggen.

Bestaansmiddelen

De gezinshereniger moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden. 

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Bijzondere bepaling: De echtgenoot of de partner moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger.

Huisvesting

De gezinshereniger moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Bijzondere bepaling: De echtgenoot of de partner moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over een voldoende huisvesting indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. 

Ziektekostenverzekering

De gezinshereniger moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Bijzondere bepaling: De echtgenoot of de partner moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over een ziekteverzekering indien het huwelijk of het partnerschap voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. 

Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen. 

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

Samenleven

De aanvrager moet met de gezinshereniger komen samenleven. 

Het is mogelijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel koestert in verband met de werkelijke intentie van de aanvrager en/of de gezinshereniger om een duurzame levensgemeenschap te creëren.  In dat geval kan de aanvrager en/of de gezinshereniger voor een onderhoud worden uitgenodigd en kan het advies van het parket worden gevraagd. 

Indien het onderzoek aantoont dat het gaat om een huwelijk met het oog op het bekomen van een verblijfsvoordeel (bv. een verblijfstitel) zal de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek tot gezinshereniging waarschijnlijk weigeren.  Deze controles zullen ook gevolgen hebben voor de onderzoekstermijn van het verzoek tot gezinshereniging.

Het recht op gezinshereniging van een wettelijke partner moet worden erkend indien hij/zij met documenten aantoont dat aan de voorwaarden voor gezinshereniging is voldaan.

Wettelijk geregistreerd partnerschap

In België verwijst het geregistreerd partnerschap naar de verklaring van wettelijke samenwoning die voor een ambtenaar van de burgerlijke stand wordt afgelegd (cf. artikelen 1475 en volgende van het burgerlijk wetboek).

→ De verklaring van wettelijke samenwoning of het bewijs van een wettelijk geregistreerd partnerschap voorleggen.

Stabiele en duurzame relatie

De relatie tussen de aanvrager en de gezinshereniger moet stabiel en duurzaam zijn.  Het bewijs van een dergelijke relatie kan op de volgende manier geleverd worden:

  1. De partners hebben gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken op legale wijze in België of een ander land samengewoond; of
  2. De partners kennen elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, en leveren het bewijs dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag drie maal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen; of
  3. De partners hebben een gemeenschappelijk kind.

→ Het bewijs van het stabiel en duurzaam karakter van de relatie voorleggen.

Leeftijd

De aanvrager en de gezinshereniger moeten meer dan 21 jaar oud zijn.  Deze minimumleeftijd wordt tot 18 jaar teruggebracht indien de partners bewijzen dat ze vóór de aankomst van de gezinshereniger in België al minstens een jaar samenwoonden.

→ De geboorteakte van de aanvrager en de gezinshereniger, of elk ander document dat hun leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen, en, in voorkomend geval, het bewijs van een samenwoning van op zijn minst een jaar vóór de aankomst van de gezinshereniger in België.

Ongehuwde staat

De aanvrager en de gezinshereniger moeten ongehuwd zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat van de aanvrager en de gezinshereniger voorleggen.

Geen duurzame relatie met een andere persoon

De aanvrager en de gezinshereniger mogen geen duurzame relatie hebben met een andere persoon. 

Geen partnerschap met een familielid

Het partnerschap geeft geen recht op gezinshereniging wanneer het wordt afgesloten tussen (i) bloedverwanten in opgaande en neergaande lijn en verwanten in dezelfde lijn , of (ii) in de zijlijn, tussen broers, tussen zussen, of tussen broers en zussen, of tussen oom en nicht of neef, of (iii) tussen tante en nicht of neef.

Geen geweigerd voorgenomen huwelijk

De aanvrager en de gezinshereniger mogen niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een definitieve beslissing tot weigering van de voltrekking van het huwelijk op basis van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek. 

Verblijf

De gezinshereniger moet toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van beperkte of onbeperkte duur in België, of gemachtigd zijn om er zich te vestigen.

→ Een kopie van de verblijfstitel voorleggen.

Bestaansmiddelen

De gezinshereniger moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden. 

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Bijzondere bepaling: De partner moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien het partnerschap voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger.

Huisvesting

De gezinshereniger moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Bijzondere bepaling: De partner moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over een voldoende huisvesting indien het partnerschap voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. 

Verzekering

De gezinshereniger moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Bijzondere bepaling: De partner moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over een ziekteverzekering indien het partnerschap voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. 

Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen. 

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

Samenleven

De aanvrager moet met de gezinshereniger komen samenleven. 

Het is mogelijk dat de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel koestert in verband met de werkelijke intentie van de aanvrager en/of de gezinshereniger om een duurzame levensgemeenschap te creëren.  In dat geval kan de aanvrager en/of de gezinshereniger voor een onderhoud worden uitgenodigd en kan het advies van het parket worden gevraagd. 

Indien het onderzoek aantoont dat het gaat om een huwelijk met het oog op het bekomen van een verblijfsvoordeel (bv. een verblijfstitel) zal de Dienst Vreemdelingenzaken het verzoek tot gezinshereniging waarschijnlijk weigeren.  Deze controles zullen ook gevolgen hebben voor de onderzoekstermijn van het verzoek tot gezinshereniging.

Het recht op gezinshereniging van een minderjarige kind moet worden erkend indien hij/zij met documenten aantoont dat aan de voorwaarden voor gezinshereniging is voldaan.

Afstamming

De aanvrager moet bewijzen dat hij van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt.

→ Een geboorteakte, of elk document dat het feit dat hij van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt op geldige wijze aantoont, voorleggen. 

Bijzondere bepaling: De algemene regel is dat de aanvrager een authentiek document moet voorleggen om zijn bloed- of aanverwantschapsband met de gezinshereniger aan te tonen. Bij wijze van uitzondering moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die voorgelegd worden door de familieleden van een vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend, om de bloed- of aanverwantschapsband aan te tonen, op voorwaarde dat deze band al vóór de binnenkomst van de gezinshereniger in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

Leeftijd

De aanvrager moet minder dan 18 jaar oud zijn. 

→ Een geboorteakte, of elk document dat zijn leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.

(HJEU) Een kind dat minderjarig was op het moment dat de gezinshereniger (vader of moeder) zijn/haar aanvraag om internationale bescherming in België heeft ingediend behoudt zijn recht op gezinshereniging indien het meerderjarig geworden is tijdens het onderzoek van deze aanvraag, op voorwaarde dat hij de erkenning van dit recht op gezinshereniging aanvraagt binnen de 12 maanden die volgen op de beslissing om de vluchtelingenstatus toe te kennen aan de gezinshereniger, of om hem/haar subsidiaire bescherming toe te kennen. Deze termijn van 12 maanden kan worden verlengd (en het recht op gezinshereniging behouden) indien de aanvrager aantoont dat hij door overmacht verhinderd werd om zijn visumaanvraag tijdig in te dienen. 

Ongehuwde staat

De aanvrager moet ongehuwd zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de aanvrager oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.

Hoederecht

Indien de ouders van de aanvrager gescheiden zijn, moet de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner over een hoederecht beschikken.   Indien de hoede gedeeld wordt, moet de andere houder van het hoederecht met de gezinshereniging instemmen.

→ Het bewijs dat de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner over een hoederecht beschikt en, indien de hoede gedeeld wordt, dat de andere houder van het hoederecht zijn toestemming gegeven heeft, voorleggen

Verblijf

De gezinshereniger moet toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van beperkte of onbeperkte duur in België, of gemachtigd zijn om er zich te vestigen.

→ Een kopie van de verblijfstitel voorleggen.

Bestaansmiddelen

De gezinshereniger moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden. 

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Bijzondere bepalingen:

Een minderjarig kind moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien de aftamming voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger.

Een minderjarig kind moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikt, indien indien hij ongehuwd is, bij de gezinshereniger komt wonen alvorens 18 jaar te zijn en de enige is die zich bij de gezinshereniger komt voegen (dit wil zeggen dat de andere ouder de gezinshereniging niet gelijktijdig aanvraagt).

Huisvesting

De gezinshereniger moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Bijzondere bepaling: Een minderjarige king moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over een voldoende huisvesting indien de afstamming voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. 

Verzekering

De gezinshereniger moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Bijzondere bepaling: Een minderjarige kind  moet niet het bewijs leveren dat de gezinshereniger over een ziekteverzekering indien het partnerschap voorafgaat aan de binnenkomst van de gezinshereniger in België, en indien de aanvraag voor gezinshereniging wordt ingediend binnen het jaar (12 maanden) na de erkenning van de vluchtelingenstatus of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. 

Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

Samenleven

De aanvrager moet met de gezinshereniger komen samenleven. 

 

 

Het recht op gezinshereniging van een alleenstaand meerderjarig gehandicapt kind moet worden erkend indien hij/zij met documenten aantoont dat aan de voorwaarden voor gezinshereniging is voldaan.

Afstamming

De aanvrager moet bewijzen dat hij van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt.

→ Een geboorteakte, of elk document dat het feit dat hij van de gezinshereniger, zijn echtgenoot of zijn partner afstamt op geldige wijze aantoont, voorleggen. 

Bijzondere bepaling: De algemene regel is dat de aanvrager een authentiek document moet voorleggen om zijn bloed- of aanverwantschapsband met de gezinshereniger aan te tonen. Bij wijze van uitzondering moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die voorgelegd worden door de familieleden van een vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend, om de bloed- of aanverwantschapsband aan te tonen, op voorwaarde dat deze band al vóór de binnenkomst van de gezinshereniger in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

Leeftijd

De aanvrager moet meer dan 18 jaar oud zijn. 

→ Een geboorteakte, of elk document dat zijn leeftijd op geldige wijze aantoont, voorleggen.

Ongehuwde staat

De aanvrager moet ongehuwd zijn.

→ Een bewijs van ongehuwde staat voorleggen indien de aanvrager oud genoeg is om op geldige wijze in het huwelijk te treden.

Ten laste zijn

Omwille van zijn handicap kan de aanvrager niet in zijn eigen behoeften voorzien.

→ Een getuigschrift van een arts die erkend is door de Belgische diplomatieke of consulaire post die bevoegd is voor de verblijfplaats in het buitenland, dat bevestigt dat de aanvrager omwille van zijn handicap niet in zijn eigen behoeften kan voorzien, voorleggen.

Verblijf

De gezinshereniger moet toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van beperkte of onbeperkte duur in België, of gemachtigd zijn om er zich te vestigen.

→ Een kopie van de verblijfstitel (A-, B-, C-, D-, F-, F+-, H- K-, L-, M-, M+-kaart) voorleggen.

Bestaansmiddelen

De gezinshereniger moet beschikken over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen om in zijn eigen behoeften en die van zijn familieleden te voorzien en om te voorkomen dat zij ten laste vallen van de openbare overheden. 

Voor meer info : Stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen

Huisvesting

De gezinshereniger moet beschikken over voldoende huisvesting om het familielid of de familieleden dat of die gevraagd heeft of hebben om zich bij hem te komen voegen te herbergen, en die voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden aan een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats, zoals bepaald in artikel 2 van Boek III, Titel VIII, Hoofdstuk II, Afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Voor meer info : Voldoende huisvesting

Verzekering

De gezinshereniger moet een ziektekostenverzekering hebben die de risico's in België voor hemzelf en zijn familieleden dekt.

Voor meer info : Ziektekostenverzekering

Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen. 

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

Samenleven

De aanvrager moet met de gezinshereniger komen samenleven. 

De vader en de moeder van een minderjarige vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend, moeten, met documenten, aantonen dat de volgende voorwaarden vervuld zijn: 

Identiteit

De aanvrager moet zijn identiteit aantonen.

→ Een geldig reisdocument, of elk document dat de identiteit op geldige wijze aantoont, voorleggen.

Afstamming

De aanvrager moet aantonen dat hij de vader of de moeder is van een vreemdeling die internationale bescherming heeft bekomen in België.

→ Een geboorteakte, of elk document dat de afstamming op geldige wijze aantoont, voorleggen. 

Bijzondere bepaling: De algemene regel is dat de aanvrager een authentiek document moet voorleggen om zijn bloed- of aanverwantschapsband met de gezinshereniger aan te tonen. Bij wijze van uitzondering moet de Dienst Vreemdelingenzaken rekening houden met andere geldige bewijzen die voorgelegd worden door de familieleden van een vreemdeling aan wie België de vluchtelingenstatus of subsidiaire bescherming heeft toegekend, om de bloed- of aanverwantschapsband aan te tonen, op voorwaarde dat deze band al vóór de binnenkomst van de gezinshereniger in België bestond. Indien dat niet mogelijk is, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan of laten overgaan tot interviews en onderzoeken, of voorstellen om een aanvullende analyse te laten uitvoeren (b.v. een DNA-test). [Artikel 12bis, §5 en §6, tweede lid, van de wet van 15 december 1980]

Niet-begeleide minderjarige (NBMV)

De vreemdeling die internationale bescherming bekomen heeft in België, moest jonger zijn dan 18 jaar toen hij om deze internationale bescherming verzocht. Anderzijds moet de gezinshereniger België zijn binnengekomen zonder begeleid te zijn geweest door een meerderjarige vreemdeling die krachtens de wet verantwoordelijk is voor hem, en mag hij vervolgens niet onder de hoede van een dergelijke persoon hebben gestaan, of mag hij niet zonder begeleiding achtergelaten zijn nadat hij België was binnengekomen.

Bjzondere bepalingen:

> ((HJEU) De vader en de moeder van een NBMV die in de loop van het onderzoek van zijn verzoek om internationale bescherming meerderjarig geworden is behouden hun recht op gezinshereniging, op voorwaarde dat hun verzoek tot gezinshereniging wordt ingediend binnen een redelijke termijn (drie maanden), vanaf de erkenning van het vluchtelingenstatuut of de toekenning van subsidiaire bescherming aan de gezinshereniger. Deze termijn van drie maanden kan echter worden verlengd (en het recht op gezinshereniging behouden) in situaties waarin de te late indiening van het eerste verzoek op grond van bijzondere omstandigheden objectief verschoonbaar is.

(HJEU) De vader en de moeder van een NMBV die kort (drie maanden) na de erkenning van het vluchtelingenstatuut of de toekenning van subsidiaire bescherming meerderjarig geworden is, behouden hun recht op gezinshereniging, op voorwaarde dat hun verzoek tot gezinshereniging binnen een redelijke termijn (drie maanden) na de beslissing wordt ingediend Deze termijn van drie maanden kan echter worden verlengd (en het recht op gezinshereniging behouden) in situaties waarin de te late indiening van het eerste verzoek op grond van bijzondere omstandigheden objectief verschoonbaar is.

Volksgezondheid

De aanvrager moet een medisch attest voorleggen waaruit blijkt dat hij niet aangetast is door één van de in bijlage bij de wet van 15 december 1980 opgesomde ziekten die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

Voor meer info : Medisch attest

Openbare orde

De aanvrager moet een uittreksel uit het strafregister of een gelijkwaardig document voorleggen.

Voor meer info : Uittreksel uit het strafregister.

Samenleven

De aanvrager moet met de gezinshereniger komen samenleven.